In deze leeswijzer beschrijven wij voor u de opbouw van de programmabegroting 2022-2025.
Hoofdstuk 1 is de bestuurlijke samenvatting van de programmabegroting met daarin de inhoudsopgave, bijhorende leeswijzer, een inleiding en het financieel meerjarenbeeld.
In hoofdstuk 2 beschrijven we de programma’s. De programmabegroting bestaat net als voorgaande jaren uit negen programma’s.
Per programma zijn de volgende onderdelen opgenomen:
- Een korte omschrijving van het programma.
- Een overzicht van beleidsvelden welke onderdeel uitmaken van het programma met de daarvoor verantwoordelijke portefeuillehouder.
- De beleidsindicatoren behorend bij het programma. Per beleidsindicator treft u een vergelijking van Dalfsen met gemeenten in heel Nederland en een vergelijking met gemeenten met een vergelijkbare gemeentegrootte. In bijlage 4.9 treft u een nadere omschrijving c.q. definitie van deze indicatoren. Dit zijn indicatoren die iedere gemeente publiceert op grond van de BBV.
Als een goede vergelijking niet mogelijk is wordt dit aangegeven met de afkorting n.b. = niet bekend.
- Belangrijke ontwikkelingen. De ontwikkelingen zoals beschreven in de perspectiefnota worden hier niet opnieuw beschreven. Het betreft alleen een weergave van de (nieuwe) ontwikkelingen welke in de perspectiefnota nog niet zijn genoemd.
- Wat we binnen het programma meerjarig willen bereiken, wat we ervoor gaan doen en wat het mag kosten (de drie W-vragen). De tweede W-vraag richt zich vooral op het komende begrotingsjaar (2022). Het gaat daarbij om specifieke taken, niet de jaarlijks terugkerende. Bij de derde W-vraag ‘Wat mag het kosten?’ zijn de lasten en baten per beleidsveld weergegeven in een tabel. Bij 'hoe meten we dat' nemen we indicatoren of monitoring op, waarmee we onze doelen meten. Dit zijn niet de beleidsindicatoren, zoals die door de BBV worden voorgeschreven.
- Een overzicht van de verbonden partijen als de samenwerking te maken heeft met het betreffende programma.
- Relevante beleidsplannen en verordeningen. Deze zijn in digitale vorm te raadplegen, wij streven ernaar om hier zo volledig mogelijk in te zijn.
- Wat mag het kosten, hier zijn de rekeningcijfers 2020 en de begrote bedragen 2021 t/m 2025 opgenomen (incl. bijstellingen).
- De financiële bijstellingen in 2022 t.o.v. 2021 op hoofdlijnen toegelicht. NB. De afwijkingen zijn aangeduid als - (nadeel) of + (voordeel). Een - (nadeel) betekent hogere lasten of lagere baten in de begroting 2022 ten opzichte van de begroting 2021. Ook geven we aan of een afwijking een technische wijziging is (dus een wijziging als gevolg van regelgeving o.d.).
Hoofdstuk 3 bevat de paragrafen die zijn voorgeschreven in het ‘Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies’ (BBV), te weten:
Paragraaf 1 Lokale Heffingen.
Deze paragraaf bevat de geraamde inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een overzicht op hoofdlijnen van diverse heffingen waarin o.a. de kostendekkendheid inzichtelijk wordt gemaakt, een aanduiding van de lokale lastendruk en tot slot de beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Sinds de begroting van 2021 maken we gebruik van de zogenaamde Monte-Carlo-Simulatie. Hiermee berekenen we de financiële risico's en het benodigde weerstandsvermogen.
In deze paragraaf geven we een toelichting op het doorlopen risicomanagementproces en geven we een overzicht van de niet-financiële en financiële risico's met daarbij per risico een toelichting, de oorzaak, het gevolg en de getroffen beheersmaatregelen. Vervolgens gaan we in op de beschikbare weerstandscapaciteit, de benodigde weerstandscapaciteit en de ratio weerstandsvermogen, waaruit blijkt in welke mate wij in staat zijn tegenvallers op te vangen. Het hoofdstuk sluiten we af met een overzicht van de financiële kengetallen die in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie van de gemeente.
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen.
In deze paragraaf geven we voor de kapitaalgoederen wegen, infrastructurele (civiele) kunstwerken, openbare verlichting, riolering, water, openbaar groen en gebouwen aan wat de beleidskaders zijn, de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren en de financiële consequenties van het beleidsdoel.
Paragraaf 4 Financiering.
In deze paragraaf gaan we in op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Tevens treft u een overzicht aan van de langlopende geldleningen en het rentebeleid van de gemeente.
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering.
Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens over de gemeentelijke bedrijfsvoering. We gaan o.a. in op de volgende onderwerpen: organisatieontwikkeling, personeelsbeleid, samenwerking, inkoopbeleid, informatievoorziening & automatisering, geo-informatie en documentbeheer, juridische kwaliteitszorg en rechtmatigheid.
Paragraaf 6 Verbonden partijen.
In deze paragraaf treft u een overzicht aan van de verbonden partijen van de gemeente. Per verbonden partij treft u de financiële ratio's aan, beleidsvoornemens, ontwikkelingen en de risico's.
Paragraaf 7 Grondbeleid.
In deze paragraaf gaan we in op de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar grondbeleid. We gaan in op de ontwikkelingen, risicomanagement, de algemene reserve grondbedrijf, parameters en de actualiteit van de grondexploitaties.
Daarnaast bevat dit hoofdstuk een paragraaf (8) Duurzaamheid. Dit is een niet verplichte paragraaf. Uw raad besloot bij de behandeling van de Perspectiefnota 2019 - 2022 deze paragraaf in de programmabegroting op te nemen. Dit vanwege het feit dat de gemeente duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. Duurzaamheid heeft consequenties voor meerdere programma's waardoor het 'versnipperd' wordt. Doel van de paragraaf duurzaamheid is een samenhangend beeld van duurzaamheid in Dalfsen te schetsen.
Hoofdstuk 4 bevat een aantal (vooral cijfermatige) bijlagen.
Separaat voegen we de volgende notities bij:
Notitie septembercirculaire 2021
Notitie taakmutaties meicirculaire 2021
Notitie mogelijke inzet (bestemmings)reserves